donderdag 31 maart 2011

Dream on

Ik werd wakker op een wolk. Het was er zo zacht en het was bewoond door marsmannetjes. Op de wolk was er een poort. Die poort was mijn enige weg naar huis maar het was niet zo makkelijk als het leek. Eerst moest je langs de gemene koning Baltazaar. Hij woonde hoog in de bergen en je kon hem alleen spreken als je een kikker was. Het was een heel raar land maar ik moest door de poort geraken. Dus ik klom op de berg. Het duurde 2 dagen voordat ik op de top was. Toen ik op de berg klom kwam ik Sara- Lisa, Habiba en Arno tegen dat waren mijn klasgenoten. Ze kwamen alle drie uit Zweden en hadden klompen aan. Ze waren super blij omdat ze eindelijk kikkers waren en ze hopten verder de berg af. Dat was mijn eerste dag op de berg. Toen ik weer wakker was, was de berg er niet meer. Ik had geen idee hoe ik verder moest. Maar in de verte zag ik een raceautootje en daar zaten marsmannetjes in. Ze zeiden dat ze me verder zouden rijden. Het was een raar autootje want het had geen stuur en ook geen wielen. In de plaats van een stuur had het een zolk en in plaats van wielen waren het niemen. Dat was de tweede dag. Toen stond ik daar helemaal alleen voor het kasteel. Het was een zeer groot kasteel. De ramen waren van goud en de deuren van zilver. Ik belde aan en de knecht deed open hij wist dat ik kwam. De koning zong en danste op Broeder Jacob. Hij had een lange rode mantel aan. Toen ik in de balzaal stond keek hij me super streng aan. En hij zei met een zware stem:‘’Waarom storen jullie mij???”. Ik zei:”Ik wil heel graag de sleutel van de poort zodat ik naar huis kan”. De koning schoot in de lach en het hield maar niet op. En na een uur gelach keek hij weer serieus. Hij pakte zijn staf en tikte op mijn hoofd. Er kwam een enorme zwarte wolk op me af en ik werd een kikker. Ik zweefde door de poort en belandde in mijn bed. Ik deed mijn ogen open en het was ochtend. Ik moest naar school. En dat was het eind van een gekke droom.

Joëlle
klas 6

dinsdag 29 maart 2011

Ter Groene Poorte

Ter Groene Poorte is een middelbare school voor koks, bakkers en slagers. Daar voel ik me toe geroepen om kok te worden. Maar ik weet dat het wel zal aanpassen worden want je mag geen korte broek dragen, geen sportschoenen,en geen trui met een kap. Maar toch moet ik er me aan houden, als ik daar kok wil worden. Je moet altijd een kostuum dragen om naar school te gaan. Dat is verplicht. Een blauwe of zwarte broek, een witte hemd met blauwe strepen en een grijze pull en zwarte klassieke schoenen. Ook in de praktijk ben ik verplicht om een short met het embleem van de school te dragen, veiligheidsschoenen en kokskledij. Maar het zal ook moeilijk zijn om mijn weg te vinden de eerste weken. Wat ik ben het niet gewoon om op zo’n grote school te zitten. Ik heb een testje mogen doen om smaken te leren kennen en dat zal ik ook hebben als lessen. Het waren vier verschillende dingen. Het eerste was een glaasje karnemelk met daarin een muntblaadje. Het tweede waren gemarineerde olijven. Het derde was een amandelcakeje en het laatste was een praline met een appelsymfonie in. Na het proeven moesten we opschrijven wat we smaakten, hoe het eruit zag, welke producten erin zaten, de geur, de kleur en het gevoel dat het gaf. Op 7 mei mag ik naar het droomatelier. Dat is een voormiddag om de drie vakken kort uit te proberen.

Livio
klas 6

zondag 6 maart 2011

Gedachten

Gedachten, ze zijn zo raar.
Ik vind het wel goed dat we kunnen denken anders zijn we hersenloze nietsdoende mensen maar toch vind ik denken raar. Soms denk ik over dingen waar ik helemaal niet aan wil denken. Je kan denken over leuke dingen en over niet leuke dingen maar ik denk meestal aan rare dingen zoals : “Waarom ligt Hollywood in Amerika want daar zijn de meeste orkanen en zo”. Ik denk best wel veel na, misschien wel een beetje teveel. En soms word ik er gek van. Ik vraag me af of andere mensen ook zo’n rare dingen denken. Het is zo erg dat ik begin na te denken over wat ik nadenk. Er is ook iets minder leuk aan veel denken, als ik een blog moet schrijven dan lukt het opeens niet meer. Het kan ook leuk zijn om na te denken over dingen zoals : “Hoe zou de wereld er uitzien zonder gras”. Maar dan denk ik weer over rare dingen. Ik merk dat ik rare dingen denk omdat ik ook zonder dat ik het door heb luidop denk. Dat is wel vervelend. Het is zo eng om niet te weten hoe andere mensen denken en dus weet ik ook niet of ik raar ben. Denken kan vervelend zijn maar ook rustgevend zoals denken over een onbewoond eiland.

Sara-Lisa
klas 6